30 g spek, in blokjes
4 eieren
150 ml melk
150 g tarwebloem patent
zout
zwarte peper
1 bosje bieslook
100 g geraspte bergkaas
1 el boter
200 g zure room
1 tl dragonmosterd
1 el citroensap
Bereidingstijd 25 min.
1. Verwarm de oven voor (200 °C bij boven-/onderwarmte; 180 °C bij hetelucht). Bak de spekblokjes uit in een grote, ovenvaste koekenpan. Neem vervolgens de knapperige spekblokjes uit de pan, maar laat het naar buiten gekomen vet in de pan.
2. Splits nu de eieren. Roer de dooiers met melk, bloem, 1⁄2 tl zout en ruim peper tot een glad beslag. Hak de bieslook fijn en meng deze met de geraspte kaas door het beslag. Houd een beetje bieslook over voor de garnering.
3. Klop eiwit met een snufje zout stijf. Spatel vervolgens het geklopte eiwit door het beslag. Laat boter in de koekenpan smelten en voeg het beslag toe. Verdeel de spekblokjes hierover en laat de kaiserschmarrn kort bakken.
4. Bak vervolgens het geheel tien minuten in de oven goudbruin. Meng ondertussen de zure room met mosterd en citroensap en breng op smaak met zout. Scheur tot slot de kaiserschmarrn met twee vorken in stukjes en serveer ze met de zure room.
Lekker hierbij is: veldsla.